Hallo met wie?

Ik voelde wat onder mijn voet. “Duuuude, chill man.” Ik keek over mijn schouder en het leek of de teen waarop ik stond van een bebaarde gebruiker was. Als ik een gekleurde zonnebril in z’n haar stak, zouden marketeers hem een hipster noemen. 

Hij rook naar de natte voetbalschoenen van mijn zoon.

Eerlijk is eerlijk. Ik stond op z’n teen. Terwijl de afgeladen tram stoomde als een snelkookpan. Buiten zeek de regen. Mijn medereizigers dikte steeds verder in.

Ik regeerder nurks. Haalde mijn schouders op. Niet geïnteresseerd in zijn kleine irritatie. Ik gromde wat.

Want laten we eerlijk zijn. In een afgeladen lijn 7 is het lastiger om iedereen te ontzien. In India zouden de volgende opstappers overigens op het dak gaan zitten.

De tram kwam met een schok in beweging. Met een snuif viel de stadsnomade tegen mij aan.

“Oh, het spijt mij oprecht. Het was geenszins mijn bedoeling u te toucheren.”  Treffend woordgebruik ook. Hij leek niet alleen welbespraakt, maar ook oprecht.

Een content marketeer weet als geen ander zijn/haar ‘box’ door te spitten.

Deel mij
Het was dezelfde man, dezelfde ogen maar een andere blik.

“Geen probleem”, mompelde ik. Ik voelde mij wel licht opgelaten, met mijn stinkende vooroordelen. Gewoon een reclameman dus.

Inmiddels baande de tram zich volgens een strikte route door het meanderende verkeer. De trambestuurder trapte hard op z’n rem.

Hij vloekte zo hard dat het slijm in het rond vloog.

Kan@^&*L@#^*(. rrrr

Ty&*(@&#*&.

Ken je niet uit je doppu keike geinponum.

Lekker hoe Amsterdammers ziektes op straat kunnen smijten alsof het klinkende dukaten zijn.

Door zijn noodstop lag er een stapel reizigers in de tram. De baard lag onderop.

Ik gaf hem een hand om overeind te komen.

“Leuk zo’n spontane gangbang met wildvreemden, en zo vroeg op de dag al”, kreunde hij.

Stomverbaasd keek de ik stand-up comedian aan. Hij glimlachte en pakte zijn Albert Hein-tas van de grond.

“Ah, hier moet ik zijn. Ff wat ouwehoeren over performance art.” Ik veegde wat stoom van een raampje en zag ‘de BALIE’ in chocoladeletters op een gevel. Toch een hipster.

Raar. Ik heb in tijdbestek van minder dan 10 minuten verschillende personen gesproken zo lijkt het. En dat kwam niet door z’n uiterlijk, maar door de woorden die hij koos.

Van een nogal vreemde nukkige zwerver, via rake teksten van een reclame man en grappen over de rand tot een zeer aangehaakte hipster.

Dat gebeurt mij vaker. En dan met name als ik op een website kom waar niet is nagedacht over de stem waarmee er tegen mij wordt gepraat.

Noem het de tone of voice. Soms praat die persoon poeslief, welbespraakt en liever lang dan kort van stof. Meestal als ik ergens op een plek zit waar ik een vraag hoor te stellen.

Soms lijkt het net alsof ik er een Amerikaanse telseller tegen mijn schreeuwt. Druk dan hieeeeeer, druk dan hihieer.

En zo nu en dan lijkt het of ik een geïrriteerde zwerver aan de telefoon heb. Vaak een IT’er die nog dagelijks lijkt overvallen door de weerbarstigheid van een bozig buitenwereld.

En dat is jammer. Want als onderneming zou je het liefst praten uit een mond. Ben jij lollig, dan ben je overal lollig. In de manier waarop je verkoopt, in jouw serviceberichten, op jouw klantenservice.

Of ben je zorgzaam? Een gids, de betweter, de levensgenieter, de allemansvriend? Je zal begrijpen dat elk van hen praat met een eigen taal, argumenten, bijvoeglijke naamwoorden, zinsopbouw, interne logica.

Wil jij weten hoe jouw onderneming praat tegen klanten?

Stuur mij een bericht met daarin een jouw url (www.naamvandesite.nl) en ik zeg me wie je bent (volgens de lezer).

UPDATE: Bij the other side of the moon richten we ons via catchy content op duurzame marketing zoals deze duurzame koffie.